Afdrukken op transparanten of etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die speciaal bestemd zijn voor gebruik in laserprinters. Zie
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat u de juiste materiaalsoort in de printerinstellingen opgeeft zoals
hieronder beschreven staat. De temperatuur van de fuser wordt aangepast aan de ingestelde
materiaalsoort. Deze aanpassing voorkomt beschadiging van het materiaal door de fuser in de
printer, wanneer afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten of etiketten, worden
gemaakt.
VOORZICHTIG
Controleer het afdrukmateriaal op kreukels, vouwen en gescheurde randen of
ontbrekende etiketten.
1.
Open de vlakke uitvoerklep.
2.
Open lade 1 en pas de papiergeleiders aan de lengte en de breedte van het materiaal aan.
3.
Plaats het materiaal in lade 1. Zorg ervoor dat de bovenkant van het afdrukmateriaal naar voren
ligt en de afdrukzijde (ruwe zijde) naar boven.
NLWW
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
31
Opmerking
U kunt transparanten afdrukken vanuit lade 2. De afdruksnelheid is dan echter
lager. Transparanten dienen niet te worden afgedrukt vanuit de optionele lade 3.
4.
Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie
De Windows-printerdriver configureren
of
De Macintosh-printerdriver configureren
voor
instructies.
5.
Selecteer de gewenste materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het
tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen.
Raadpleeg de online-Help voor de Printereigenschappen (driver) voor informatie over de
beschikbare functies voor die driver.
6.
Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit de achterkant van
de printer, om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en leg de afgedrukte pagina's op
een glad oppervlak.